


Dyslexie in Voortgezet Onderwijs (VO), Middelbaar Beroeps Onderwijs (MBO), Hoger Beroeps Onderwijs (HBO), Universitair Onderwijs (WO), Post Universitair Onderwijs of bij volwassenen tijdens het arbeidsproces.
Een aantal kinderen komt in het basisonderwijs NIET in aanmerking voor vergoeding van onderzoek naar ernstige dyslexie, maar blijft TOCH na de basisschool moeite houden met lezen en spellen. Soms zelfs zo dat er onvoldoendes zijn voor de toetsen in leesvaardigheid en spelling /grammatica. Een gesprek met mentor of dyslexiecoördinator is dan aan te raden. Soms wordt onderzoek dan geadviseerd.
In deze praktijk kan onderzoek naar dyslexie plaats vinden voor alle leeftijden. GZ-psycholoog M.Janssen heeft ruime ervaring in het stellen van de diagnose dyslexie en verzorgen van handelingsgerichte adviezen voor kinderen, jongeren en volwassenen. Ze werkte in diverse deelprojecten van het Masterplan Dyslexie; een door de overheid geïnitieerd landelijk project om signalering en begeleiding bij dyslexie te verbeteren in basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Voor het Protocol Dyslexie Hoger Onderwijs adviseerde ze m.b.t. de diagnostische procedure.
Als er sprake is van dyslexie formuleert de gz-psycholoog een dyslexieverklaring en die blijft altijd geldig. Op basis van die verklaring krijgt men recht op maatregelen die in het dyslexiebeleid van een (onderwijs)instelling geformuleerd zijn. De meeste mensen zijn verbaasd als pas na het basisonderwijs de diagnose dyslexie wordt gesteld. Ze vragen zich af waarom dit nog niet eerder bemerkt is. Als we bij degenen die na de basisschool gediagnosticeerd worden, terugkijken naar hun schoolperiode, dan zijn er wel signalen geweest voor dyslexie, maar die zijn onvoldoende duidelijk geweest of ze zijn niet herkend. Soms zijn jongeren en jong volwassenen handig in het omgaan met hun dyslexie en dan valt niet op dat ze niet goed kunnen lezen en spellen. Ze compenseren de dyslexie.
Als er in de start van het voortgezet onderwijs problemen zijn in Nederlands en de Moderne Vreemde Talen, kan dyslexie de oorzaak of één van de oorzaken zijn. Scholen voor voortgezet onderwijs nemen veelal signaleringsonderzoek af bij hun leerlingen. Als uit dit onderzoek blijkt dat er signalen voor dyslexie zijn, krijgen jongeren en ouders daarover bericht. Er kunnen ook andere oorzaken voor de problemen zijn, maar om dat te ontdekken is verder onderzoek nodig. Soms blijkt dyslexie pas in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs. Het leestempo is dan te traag om grote hoeveelheden teksten te kunnen verwerken. Ook hier geldt dat er andere oorzaken voor de problemen kunnen zijn dan dyslexie.
In enkele gevallen wordt dyslexie zelfs pas in MBO, HBO, Universiteit of tijdens het arbeidsproces getraceerd. Men is dan terecht verbaasd. Vaak blijkt dat inzet en compenserend vermogen ervoor gezorgd hebben dat de problematiek te hanteren bleef. Door steeds hogere eisen aan de lees- en spellingvaardigheid in Nederlands en/of Engels is compensatie minder mogelijk en zet men pas als (jong) volwassene de stap naar aanmelding voor onderzoek.
Pas na een diagnose dyslexie, die beschreven wordt in een verslag en een dyslexieverklaring, mag er gebruik gemaakt worden van maatregelen voor dyslexie en is inzet van compenserende software binnen de onderwijsinstelling toegestaan. Al deze maatregelen zorgen ervoor dat men zo min mogelijk hinder ervaart van dyslexie en dat capaciteiten zo goed mogelijk ontwikkeld kunnen worden. Het ontwikkelen van die capaciteiten is en blijft de taak en verantwoordelijkheid van de jongere / jong volwassene zelf: hij / zij moet voldoen aan de eisen die door de opleiding bepaald zijn.
Voor VO, MBO en HO zijn protocollen Dyslexie geschreven met inhoudelijke en procedurele handreikingen om maatwerkgerichte begeleiding en bij de instelling passend beleid te ontwikkelen. Binnen de grenzen die door het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen gesteld worden, formuleert elke onderwijsinstelling haar dyslexiebeleid en bijbehorende maatregelen. Informatiebronnen over het dyslexiebeleid van een onderwijsinstelling kunnen zijn:
– in VO en MBO: de mentor, de dyslexiecoördinator, de zorgcoördinator
– in Hoger Onderwijs en Universiteit: de decaan
– de website van de onderwijsinstelling
– ouders van medeleerlingen met dyslexie
– medeleerlingen met dyslexie Als er onvoldoende mogelijkheden zijn voor begeleiding binnen de onderwijsinstelling of werksituatie terwijl u dat wel wenst, bespreken we mogelijkheden voor verdere begeleiding.