

Wanneer is rekenonderzoek nodig?
Heeft uw kind zeer veel moeite om zijn klasgenoten bij te houden in het rekenen, ondanks extra hulp die de school biedt? Maakt uw kind soms onbegrijpelijke fouten? Lukt het uw kind niet om de sommen en tafels te automatiseren? Kan de jongere of jong volwassene het niveau van zijn groep echt niet aan terwijl er wel al hulp gegeven is door professionals? Of er sprake is van dyscalculie moet uit onderzoek blijken.
Wat wordt onderzocht?
Om uw kind / de jongere of jong volwassene goed te kunnen begeleiden, is het belangrijk te weten waarom het rekenen niet goed vordert. Wij kunnen dat onderzoeken.
Een diagnostisch rekenonderzoek:
-gaat op zoek naar de oorzaken van de rekenproblemen
-geeft inzicht in de stand van zaken met betrekking tot de rekenvaardigheid
-geeft adviezen over de begeleiding die nodig is
-geeft u advies wat u thuis kunt doen
Welke fasen zijn er in het onderzoek?
Het onderzoek wordt over twee data verdeeld.
Voorafgaand aan het onderzoek, vindt intake plaats.
Het onderzoek zelf bestaat uit:
-bestuderen van aanwezige gegevens uit onderwijs en begeleiding tot aan het onderzoek
-een diagnostisch rekenonderzoek
-een intelligentieonderzoek
-onderzoek naar andere mogelijke oorzaken
Dyscalculie
Dyscalculie is een zeer ernstig en hardnekkig rekenprobleem. De diagnose ‘dyscalculie’ kan pas worden gesteld als uw kind een periode zeer intensieve hulp heeft gekregen van een rekenspecialist en als die hulp geen zichtbaar resultaat heeft gehad. Dit is een landelijke afspraak, die is vastgelegd in de volgende literatuur:
-de protocollen ERWD: Ernstige Reken-Wiskundeproblemen en Dyscalculie voor BAO SBO SO, VO, MBO. Dit zijn protocollen voor de werkwijze in de benoemde onderwijsvormen.
-het protocol Dyscalculie: Diagnostiek voor Gedragsdeskundigen. Dit is een protocol voor werkwijze in de gezondheidszorg.